De rijke landen hebben het afgelopen jaar met het opwekken van hun energie de laagste CO2-uitstoot in vijftig jaar gehad, blijkt uit een nieuw rapport van het Internationaal Energie Agentschap (IEA). Met zwakkere economieën gaat het minder voortvarend.
De CO2-uitstoot uit energie kende afgelopen jaar in ontwikkelde economieën de grootste daling ooit. Zij profiteerden van een verdere groei van energie uit wind en zon, verruilden steenkool vaker voor gas en bespaarden op hun energieverbruik. Een jaar eerder zagen met name Europese landen zich door het wegvallen van gasleveringen uit Rusland nog genoodzaakt terug te grijpen op het zeer vervuilende steenkool.
De nieuwe data tonen volgens IEA aan dat het de goede kant opgaat met de energietransitie en dat deze ook in tijden van een pandemie en geopolitieke spanningen doorgaat. “Maar het belangrijkste is dat er veel meer initiatieven komen om opkomende en ontwikkelende economieën te helpen hun investeringen in schone energie op te voeren”, zegt IEA-topman Fatih Birol.
In landen met een zwakke economie is de hoeveelheid fossiele energie namelijk nog veel hoger. Met name China en India stootten afgelopen jaar meer CO2 uit bij het opwekken van hun energie, mede door de droogte. In China nam de uitstoot met 565 miljoen ton toe, ook door de verdere heropening van het land na langdurige coronabeperkingen.
In India bedroeg de stijging 190 miljoen ton. De uitstoot per hoofd van de bevolking is daar nog altijd veel lager dan het wereldwijde gemiddelde.
Lees het complete artikel op nu.nl
