Spreeuwen kijken hun trekroutes niet van elkaar af

Spreeuwen kijken hun trekroutes niet van elkaar af

Op de vraag hoe trekvogels hun route vinden, hebben wetenschappers voor één soort eindelijk een antwoord. Spreeuwen bepalen zelf hun routes naar warmere gebieden en zijn dus geen ‘copycats’. Spreeuwen kijken hun trekroutes niet van elkaar af.

Jonge spreeuwen vinden zelfstandig hun weg naar het overwinteringsgebied en kijken de route niet af bij soortgenoten. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het Nederlands Instituut voor Ecologie in samenwerking met Zwitserse wetenschappers.

De onderzoekers keken daarvoor opnieuw naar een oud verplaatsingsexperiment uit de jaren vijftig en zestig. Daarbij werden duizenden jonge spreeuwen vanuit Den Haag per vliegtuig naar Zwitserland en Spanje gestuurd. Daar werd gekeken welke routes de vogels zouden vliegen.

Het bleek dat volwassen spreeuwen zich bewust waren van de verplaatsing. Zij pasten hun route aan om zo alsnog de normale overwinteringsgebieden te bereiken. Jonge spreeuwen vlogen door in de richting die ze vanuit Nederland hadden genomen en kwam zo op andere bestemmingen terecht in Zuid- Frankrijk en Spanje.

Daaruit rees de vraag of de jongen spreeuwen zich hadden aangesloten bij een groep lokale spreeuwen of dat ze zelf een nieuwe route hadden bedacht. Daarvoor kijken de onderzoekers naar het vlieggedrag van de lokale spreeuwen in Zwitserland en Spanje. Hun vliegroutes waren anders dan die van de verplaatste jonge spreeuwen. De Nederlandse vogels hadden zich dus niet aangesloten bij een groep.

Spreeuwen zijn dus geen meevliegers: het vinden van een trekroute is aangeboren en dus niet aangeleerd. Aanvullend bewijs daarvoor is recent onderzoek waaruit blijkt dat spreeuwen ook ’s nachts migreren. Het nabootsen van andere vogels is vrijwel onmogelijk in het pikkedonker.

Lees het complete artikel op nu.nl

Previous Post
Next Post