
De huismus eet het liefst zaden van tarwe, gerst, haver, gierst en maïs. Ook zaden van grassen staan op het menu.
De huismus beweegt zich vliegend of hippend voort. De zang van het vogeltje beperkt zich doorgaans tot getjilp.
Het is een uitgesproken cultuurvolger en houdt zich vooral op in de nabijheid van bewoning, zowel in het landelijk als in het stedelijk gebied.
Huismuspaartjes blijven levenslang samen. Een huismusvrouwtje legt gemiddeld vier eieren per legsel en kan in een broedseizoen tot vier legsels voltooien.
Ook al gaat de huismus er sinds de jaren ’70 in een aantal West-Europese landen sterk op achteruit, het blijft nog steeds een zeer talrijke broedvogel.