De boomkikker is een kleine, gladde, grasgroene kikker met donkere streep, die rug en buik scheidt. Hij heeft een stompe kop en slanke achterpoten.
De vingers en tenen van de boomkikker hebben zuignap-achtige hechtschijfjes. Het is een boombewonende soort die zich ophoudt tussen het gebladerte.
De boomkikker eet allerlei soorten insecten, zoals vliegen, muggen, kevers en wantsen. Die worden gevangen met de lange tong of worden besprongen.
De kikker leeft op open zonbeschenen plekken in relatief dicht begroeide en vrij vochtige biotopen in de buurt van water.
Enkel de mannetjes kwaken. Zij stemmen hun geluid op elkaar af om luider te klinken. Ze kunnen tot op meer dan een kilometer afstand gehoord worden.
Lees alle details over de boomkikker op wikipedia.org
