Gouden leeuwapen herken je aan de gouden vacht rond hun hoofd en schouders. Die heeft veel weg van de manen van een leeuw!
Ze zijn zo groot als een eekhoorn en worden ook wel klauwaapjes genoemd. Gouden leeuwapen hebben namelijk klauwtjes i.p.v. platte nagels. Hiermee kunnen ze zich goed vasthouden aan bomen en takken tijdens het klimmen, zelfs verticaal omhoog.
Op hun borst en achterwerk hebben ze een geurklier. Met geuren laten ze andere dieren bijvoorbeeld weten waar ze zijn en wat hun geslacht is. Met hun geurklieren wrijven ze over takken, om een geur achter te laten.
Gouden leeuwapen zijn een groot deel van de dag bezig met zoeken naar eten. Bromelia’s zijn erg geliefd, niet omdat ze die eten, maar omdat die vaak vol met insecten zitten. Een soort ‘snackbar’ in het regenwoud. Midden op de dag rusten ze, vlooien ze anderen of spelen ze met elkaar.
Gouden leeuwapen komen alleen nog voor in zeer klein leefgebied in de regenwouden aan de zuidoostkust van Brazilië. Ze leven in bomen op een hoogte van drie tot tien meter en komen bijna nooit op de grond.
Bron: apenheul.nl