De jaguar is de grootste kat van Amerika. Ze kunnen tot 2 meter lang worden, hun staart niet meegerekend. De jaguar lijkt op de luipaard (ook wel panter genoemd), die in Afrika en Azië leeft. Maar de jaguar is steviger gebouwd en heeft een brede kop.
Jaguars leven niet alleen in de warme, vochtige jungle. Ze komen ook voor in de woestijn. Daar blijven ze wel graag in de buurt van water, waar ze vissen vangen die ze lokken met het puntje van hun staart.
De mensen in het Amazone-gebied noemen de jaguar ook wel El Tigre. Van alle katachtigen heeft de jaguar de krachtigste beet. En sterk is-ie ook. Het lukt hem om zware prooien (zoals koeien) mee een boom in te slepen.
Het is in de meeste landen in het Amazone-gebied verboden om op jaguars te jagen, maar toch gebeurt dat soms nog steeds.