Konijnen zijn in het wild bruin en grijs van kleur. Ze leven samen in grote groepen. Een konijn is een haasachtige en geen knaagdier.
Een knaagdier heeft maar twee tanden in de bovenkaak. Een konijn heeft, net als de haas, vier tanden in de bovenkaak.
De achterpoten van het konijn zijn relatief veel korter dan die van de hazen. De buik is veel lichter van kleur dan de rug, vaak wit.
Een vrouwtjeskonijn noemen we een voedster, een mannetje heet een rammelaar en een babykonijn noemen we een lamprei. Een konijn wordt gemiddeld 8 jaar oud.
In de natuur laten konijnen weten welk stukje land van hen is door keutels te leggen, een plasje te doen en met hun kin langs voorwerpen te gaan.
Lees alle details over het konijn op wikipedia.org
