Afrikaanse mieren zijn dokters

Afrikaanse mieren genezen gewonde soortgenoten met een stofje uit de eigen klieren. Gewonde mieren laten met behulp van feromonen weten dat ze hulp nodig hebben. Andere mieren voeren de gewonden gezamenlijk terug naar het nest om ze daar te behandelen. Dat blijkt donderdag uit onderzoek.

De gewonde mieren communiceren met soortgenoten als de wond geïnfecteerd is. Ze maken dan een stofje aan dat bacteriële infecties en virussen tegengaat. Dit stofje is heel efficiënt: zo’n 90 procent van de mieren overleefde de verwondingen.

De Afrikaanse mier produceert de stof in een zakachtige klier in de borstholte. Als de ‘mierendokters’ de gewonden verzorgen, pakken ze met hun poten de stof uit de klier en nemen die in hun mond. Door de wond te likken, brengen ze de stof aan.

Deze manier van wondgenezing is ook gezien bij mieren van het geslacht Eciton uit Midden- en Zuid-Amerika. Ze jagen langer dan de Afrikaanse mier en dus behandelen deze mieren de gewonden ter plekke.

Chimpansees maken indirect gebruik van deze antibacteriële stof door op de mieren te kauwen en hun speeksel dan op de wonden van hun jongen aan te brengen.

Tot nu toe werd aangenomen dat alleen mensen in staat waren om infecties vast te stellen en vervolgens de wonden te behandelen met antimicrobiële stoffen. Het onderzoek naar deze manier van wondgenezing door dieren loopt nog. Mogelijk worden ook gunstige ontdekkingen gedaan voor de menselijke geneeskunde.

Bron: nu.nl

Previous Post
Next Post