Knobbelzwaan

De knobbelzwaan heeft een oranje snavel met zwarte knobbels. Om op te kunnen stijgen gebruikt de zwaan het wateroppervlak van een plas of sloot.

Het opstijgen vergt de zwaan veel energie. Net als de albatros rent de zwaan met zijn korte poten zo snel als hij kan over het wateroppervlak.

Zwanen broeden van maart tot en met mei. Het nest bevindt zich op de grond of op een berg plantaardig materiaal bij een oever.

Het vrouwtje broedt in ongeveer 36 dagen gemiddeld zes eieren uit. Mannetjes hebben de taak het nest te beschermen. Ze kunnen dan agressief worden en blazen.

Het is een mooi tafereel: een moederzwaan met haar donzige kindjes achter zich aan. Het jong van een zwaan wordt een pul genoemd, of simpelweg babyzwaan.

Previous Post
Next Post