De Knobbelzwaan is een grote en elegante vogel die meestal te vinden is bij meren, rivieren en vijvers. Ze zijn de grootste soort zwaan ter wereld, dus ze zijn echt indrukwekkend om te zien!
Wat deze zwanen speciaal maakt, zijn de knobbelachtige bultjes op hun snavel. Dit zijn alleen te vinden bij de mannetjeszwanen. Die knobbel helpt hen bij het vinden van een partner, want hoe groter de knobbel, hoe aantrekkelijker ze zijn voor de vrouwtjeszwanen.
Knobbelzwanen hebben ook een mooi wit verenkleed dat ze beschermt en ze helpt zich warm te houden. Hun sierlijke nek kan lang en buigzaam zijn, waardoor ze elegant in het water kunnen zwemmen.
Wist je dat ze hun hele leven bij dezelfde partner blijven? Ze vormen vaak een levenslang partnerschap, wat echt bijzonder is!
Als je ooit een Knobbelzwaan ziet, let dan op hun geluid. Ze maken trompetachtige geluiden die soms luid en indrukwekkend kunnen klinken. Het is een manier voor hen om met elkaar te communiceren.
Knobbelzwanen eten voornamelijk waterplanten, gras en soms insecten die ze onder water vinden. Ze kunnen ook lange afstanden vliegen, dus als je geluk hebt, kun je ze ook in de lucht zien. Het zijn echt bijzondere vogels om naar te kijken!
Om op te kunnen stijgen gebruikt de zwaan het wateroppervlak van een plas of sloot. Het opstijgen vergt de zwaan veel energie. Net als de albatros rent de zwaan met zijn korte poten zo snel als hij kan over het wateroppervlak.
Zwanen broeden van maart tot en met mei. Het nest bevindt zich op de grond of op een berg plantaardig materiaal bij een oever. Het vrouwtje broedt in ongeveer 36 dagen gemiddeld zes eieren uit. Mannetjes hebben de taak het nest te beschermen. Ze kunnen dan agressief worden en blazen.
Het is een mooi tafereel: een moederzwaan met haar donzige kindjes achter zich aan. Het jong van een zwaan wordt een pul genoemd, of simpelweg babyzwaan.
Lees alle details over de knobbelzwaan op wikipedia.org